Het zal wat onwennig hebben aangevoeld voor een aantal oud-punkers: de opening van de tentoonstelling God Save The Queen in het Centraal Museum in Utrecht vond plaats in een kerk. Na het bedankwoordje van Edwin Jacobs, directeur van het Centraal Museum, besteeg niemand minder dan Dominee Gremdaat het spreekgestoelte. Hij bejubelde de creatieve uitspattingen van de No Future generatie en waarschuwde voor de eenheidsworst van nu. De netmanagers die alles bepalen en de overheid waarvan “kunst wel mag, maar binnen de afgesproken kaders.” “Het wordt weer tijd voor een revolutie!”
Na deze bevlogen woorden verplaatsen de genodigden zich naar het Centraal Museum om de expositie God Save The Queen met eigen ogen te zien. Enthousiaste reacties alom. Kunst van onder meer Basquiat, Rammellzee, Haring, Scholte, Kaagman en Spray Armee, muren vol fanzines, posters en platenhoezen en genoeg Do It Yourself: buttons maken, analoog chatten, drummen, muren volkalken en radio-uitzendingen samenstellen. Op de keurig opgehangen kunstwerken en geordende zalen na, niet echt ‘des punks’, waant de bezoeker zich even in het tijdperk 1977-1984.